Ben Segers
Hartelijk dank voor uw mail.
Deze zaak ligt mij en mijn partij ook bijzonder nauw aan het hart. Zoals u hieronder zal lezen heb ik hierover al al talrijke vragen gesteld in de Kamer.
Onder impuls van sp.a/Vooruit heeft het regeerakkoord bovendien bijzondere aandacht voor een menselijke maar efficiënte strijd tegen de mensensmokkel. Zo wordt er prioritair ingezet op de strijd tegen mensensmokkelaars en de ontmanteling van netwerken. De regering investeert ook in slachtofferdetectie, met bijzondere aandacht voor het lot van minderjarigen slachtoffers en andere kwetsbare profielen.
Belangrijk in deze context is ook dat – opnieuw onder impuls van sp.a/Vooruit – ook beslist werd dat wetgeving en beleid inzake mensenhandel én mensensmokkel doorgelicht worden in een parlementaire commissie (of werkgroep). In een dergelijke commissie zullen bepaalde onderliggende disfuncties die zich ook in de zaak-Mawda manifesteerden verder kunnen blootgelegd en aangepakt worden.
Daarbij is het voor ons wel belangrijk dat we vertrouwen hebben in het gerecht, in welke richting de uitspraken ook gaan. Justice for Mawda betekent voor ons ten eerste dat justitie de zaak tot de bodem uitzoekt. Over individuele verantwoordelijkheid in deze zaak spreken we ons daarom verder niet uit, dat is aan het gerecht. Maar ‘Justice for Mawda’ betekent voor ons daarnaast ook dat we de verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat de kans dat zo’n drama zich opniéuw kan voordoen zo klein mogelijk wordt. Daar ligt natuurlijk de politieke verantwoordelijkheid. We moeten nú de de nodige lessen trekken. We moeten nú de nodige stappen zetten zodat er geen tweede zaak-Mawda komt.
Mijn partij zat alvast niet stil.
-
De kwestie van het baken. Zoals u weet had de Franse politie op de bestelwagen een baken geplaatst, maar was de wegpolitie in Wallonië daar niet van op de hoogte. Daarover bevroeg ik de minister van justitie. Enkele vragen blijven nog onbeantwoord. Wordt daarom dus zeker vervolgd in de Kamer.
-
De achtervolging zelf en de communicatie tussen de politiediensten tijdens de achtervolging. Het comité P deed hier onderzoek naar en kwam tot een aantal aanbevelingen. Hierover stelde ik deze schriftelijke vraag. Uit het antwoord bleek onder andere dat grote stappen werden gezet richting een uniforme aanpak over de arrondissementsgrenzen heen. Bovendien werd de reglementering inzake vuurwapengebruik bij achtervolgingen aangepast, ten gevolge van de zaak-Mawda. Ook de opleidingsmodule voor politie wordt aangepast. Dat aan deze aanbevelingen van het comité P gevolgd werd gegeven is alvast goed nieuws. Lees er hier nog iets meer over.
-
Meteen na de achtervolging. Uit een antwoord van de minister van justitie op een vraag van me in de commissie justitie bleek dat een aantal procedures niet gevolgd werden. Zo werd de in mensensmokkel gespecialiseerde magistraat niet op de hoogte gebracht. Dan wordt het natuurlijk wel moeilijk om daders van gesmokkelden te onderscheiden en het netwerk efficiënt op te rollen. Ook de Dienst Voogdij werd niet op de hoogte gebracht, ondanks de aanwezigheid van enkele niet begeleide minderjarigen. De politie van Bergen communiceerde dat de aanmeldingsprocedure te moeilijk was. Maar uiteindelijk bleek dat in een noodgeval (zoals hier het geval was) een eenvoudig telefoontje had volstaan… En hoewel de procedures dat voorschrijven werden ook de centra voor gespecialiseerde opvang voor gesmokkelden niet ingelicht. Nochtans kan justitie op basis van verklaringen van die gesmokkelden netwerken net efficiënter oprollen. Op papier hebben we de beste wetgeving van de wereld in de strijd tegen mensensmokkel. Maar dan moeten we ervoor zorgen dat die consequent wordt toegepast ook. Dat moét dus beter.
-
Langere termijn. Zeer goed is dat zowel uit het antwoord van minister van binnenlandse zaken als uit dat van de minister van justitie op m’n vragen bleek dat er in de tussentijd wel behoorlijk werd gewerkt aan expertiseoverdracht. Op het ogenblik van de feiten was er een verschuiving van de smokkelroute richting Wallonië aan de gang. Maar daar was op het terrein minder ervaring en dus ook minder expertise op het vlak van de strijd tegen mensensmokkel. Ondertussen werd bijvoorbeeld een opleiding georganiseerd door het federaal parket en het West-Vlaams parket voor het parket en voor de politie in Bergen. Ook werden opleidingsmodules voor politieagenten herzien, met nu extra aandacht voor de procedures bij mensenhandel en mensensmokkel.
Het hele justitiële apparaat moet helemaal ‘doordrongen’ zijn van een echte ‘cultuur’ in de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel. Zodat alle actoren de juiste reflexen hebben. Erg veel mensen op het terrein doen hun uiterste best om elke dag opnieuw die strijd tegen mensensmokkel – met hart en ziel en op de juiste manier – aan te gaan. Maar velen van hen zijn echter – om tal van redenen – overbevraagd. Het regeerakkoord voorziet dat de strijd tegen mensensmokkel ‘een absolute beleidsprioriteit’ is, met ook ‘voldoende middelen’. We zullen er vanuit de Kamer mee over blijven waken dat dit op een efficiënte maar daarom ook menselijke manier zal gebeuren.
Dat het beter kan én moet is duidelijk, al werden er al belangrijke stappen vooruit gezet. Wat ons betreft kunnen en moeten de onderliggende disfuncties die hierboven opgesomd werden in elk geval verder behandeld worden in de parlementaire commissie die het regeerakkoord (onder onze impuls) voorziet. Ondertussen blijf ik de zaak natuurlijk ook verder met zeer grote belangstelling opvolgen.
Vriendelijke groeten,
Ben Segers